Support

ITS: Toestemming gebruik persoonlijke gegevens

In Europa geldt een strenge bescherming van persoonlijke gegevens. Met de invoering van de slimme tachograaf zijn er twee additionele interfaces "naar buiten" gedefinieerd: ITS en RTM (via DSRC).

ITS (Intelligent Transport System): interface waarbij gegevens gebruikt worden door derden (mobiele app, IT integratie van bedrijf, werkplaatsapparatuur enz.). Het zijn vooral de (persoonsgebonden) gegevens van deze interface waar je toestemming voor dient te verlenen. 

RTM (Remote Tachograph Monitoring): berichten vanuit de RTM-module van de tachograaf waarbij communicatie wordt opgezet tussen de DSRC-module in de tachograaf en een REDCR (Early Dection Communication Reader). Vooralsnog is de laatste alleen van toepassing voor controlerende instanties en bevat deze voertuiggerelateerde statussen. Hier hoeft nog geen toestemming voor verleend te worden.


Voor elke tachograaf waar de bestuurder voor de eerste keer zijn kaart insteekt, zal er toestemming gevraagd worden of en zo ja, via welke interface er toestemming is om persoonlijke gegevens te verstrekken.  Dit dient in overleg te gebeuren met je werkgever daar deze data van belang kan zijn voor het correct functioneren van de automatisering binnen het bedrijf. 

Toestemming wordt gegeven per unieke tachograaf. Op elke tachograaf dient er met dezelfde bestuurderskaart toestemming te worden verleend (het wordt dus niet weggeschreven op de kaart, maar onthouden in de tachograaf).

De tachograaf bewaart voor ongeveer 90 kaarten de toestemming. Mocht het geheugen vol raken, dan zullen de gegevens van de oudste kaart(en) uit de buffer verdwijnen en vervangen worden door de laatste onbekende kaart (First in, First out methode). Mocht een 'oude' kaart weer gebruikt worden die uit de buffer was verdwenen, dan wordt dit gezien als een nieuwe kaart en dient weer toestemming te worden verleend. 

In het onderstaande document is de ITS-classificatie van persoonlijke gegevens gedefinieerd [bron: Annex 1C v2 (EU) 2021/1228].

 

D8: Informatie die via de frontinterface beschikbaar wordt gesteld  is onderdeel van de voertuigarchitectuur.  Toestemming voor het gebruik van persoonlijke gegevens via deze interface dient door de fabrikant van het voertuig aan de gebruiker te worden gevraagd.